Sporenelementen

Tot de zogenoemde sporenelementen die nodig zijn voor de plantengroei, behoren:

Borium



Mangaan



Koper


Molybdeen

Voor molybdeen is in Nederland geen grondonderzoekmethode en adviesbasis ontwikkeld. Molybdeengebrek komt vooral voor op ijzerrijke zand- en dalgronden met een lage pH (<5,4). In dat geval wordt geadviseerd te bekalken tot de voor het bouwplan optimale pH (zie hoofdstuk 4). Directe bestrijding is mogelijk door gebruik van vaste en vloeibare (gewasbespuiting) molybdeenmeststoffen.

IJzer

IJzergebrek is in akkerbouwgewassen en vollegrondsgroenten niet van betekenis.

Zink

Zinkgebrek kan optreden op gronden met pH ≥7 met een hoog organische-stofgehalte. Een hoge fosfaattoestand en een hoge fosfaatgift bevorderen het optreden van een gebrek. Er is geen officieel, op basis van grondonderzoek, vastgesteld zinkbemestingsadvies beschikbaar. Zinkgebrek kan meestal worden verholpen door te spuiten met zinksulfaat of zinkchelaten.